Competitie Reglement RTC De Bidon RTC “De Bidon”
Competitie Reglement RTC De Bidon
HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN
Artikel 1
De vereniging RTC De Bidon organiseert voor haar leden elk kalenderjaar een clubcompetitie.
Artikel 2
De clubcompetitieritten worden verreden op de zondagmorgen met uitzondering van het Paas- en Pinksterweekend, in die weekenden worden de clubritten verreden op de maandagmorgen (2e Paasdag respectievelijk 2e Pinksterdag).
Artikel 3
De clubcompetitie vangt elk kalenderjaar aan op de 1e zondag in de maand maart, dan wel op de 2e zondag in maart indien de 1e zondag van maart in het carnavalsweekend valt;
de clubcompetitie eindigt elk kalenderjaar op de 3e zondag in de maand oktober.
Artikel 4
Elke clubcompetitie rit start en eindigt bij het clubhuis Huis ten Halve aan de Kruisstraat 60 te Roosendaal. Indien Huis ten Halve is gesloten wordt, voorafgaande aan de rit, door de koerskapitein aangegeven waar de rit eindigt.
Artikel 5
Elk kalenderjaar wordt een concept rittenprogramma door het bestuur ingebracht op de Algemene Leden Vergadering (ALV) , waarna het definitieve rittenprogramma door de ALV wordt vastgesteld.
HOOFDSTUK 2 DE RITTEN
Artikel 6
Bij clubcompetitieritten vanaf 100 km wordt onderweg voor een koffiepauze gezorgd voor eigen rekening.
Bij ritten vanaf 150 km wordt de koffiepauze verzorgd voor rekening van de club.
Bij clubcompetitieritten vanaf 80 km in april, wordt onderweg voor een koffiepauze gezorgd voor eigen rekening. Met uitzondering van Moederdag, Vaderdag en de maanden september en oktober.
Artikel 7
Clubcompetitieritten worden verreden onder leiding van een koerskapitein (zie hoofdstuk 3, art. 12)
HOOFDSTUK 3 DE KOERSKAPITEIN
Artikel 8
De koerskapitein zet de route uit voor de aan hem als zodanig toegewezen rit.
Hij is tijdens de rit verantwoordelijk voor de algemene gang van zaken.
Artikel 9
De koerskapitein is er verantwoordelijk voor dat de afstand van de door hem uitgezette rit, behoudens onvoorziene omstandigheden onderweg, niet meer dan 5 km (naar beneden dan wel naar boven) afwijkt van de afstand volgens het door de ALV vastgestelde rittenprogramma.
Artikel 10
De koerskapitein regelt bij ritten, waar een stop is gepland, een koffieadres.
Artikel 11
Bij een lekke band of ander (technisch) ongemak ziet de koerskapitein er op toe dat de rit wordt onderbroken tot het lid met pech zijn weg (al dan niet in de volgwagen) weer kan vervolgen.
Artikel 12
De koerskapitein beslist bij bijzondere omstandigheden, bijvoorbeeld slechte weersomstandigheden, over het al dan niet doorgaan of inkorten van de clubrit. Bij afwezigheid van de koerskapitein beslist (een lid van) het bestuur.
HOOFDSTUK 4 MEERDAAGSE
Artikel 13
Het bestuur organiseert elk jaar een clubweekend bestaande uit een 2- of 3-daagse.
In elk lustrumjaar wordt de mogelijkheid geboden de 2- of 3-daagse uit te breiden tot een in de ALV overeen te komen meerdaagse.
HOOFDSTUK 5 CLUBCOMPETITIE
Artikel 14
Het bestuur houdt een competitiestand bij aan de hand van de volgende puntenverdeling:
25 punten voor deelname aan de Clubcompetitieritten.
Een verreden tijdrit, dan wel regelmatigheidsrit geld als een aparte rit.
Note; dit betekend wel dat er op 1 dag wel 2 ritten verreden kunnen worden.
Een lid komt voor de punten in aanmerking indien hij bij de start van de betreffende clublid aanwezig is en minimaal de helft van het aantal kilometers van de clublid heeft meegereden.
Artikel 15
Elk clublid is verplicht om tijdens de clubcompetitieritten in de geldende clubkleding te rijden alsmede een, door de club als laatste verstrekte, helm te dragen
Artikel 16
Elk jaar wordt tijdens de ALV door het bestuur medegedeeld hoeveel actieve leden aanwezig dienen te zijn bij de start van een club rit om deze mee te laten tellen voor de clubcompetitie.
HOOFDSTUK 6 DE CLUBKAMPIOEN
Artikel 17
Elk lid dat een puntenaantal bij elkaar heeft gereden dat maximaal 125 punten onder het maximum te behalen aantal punten ligt, komt in aanmerking voor het clubkampioenschap.
Artikel 18
Zijn er meerdere leden die voor het clubkampioenschap in aanmerking komen, dan wordt er door het bestuur een regelmatigheids rit georganiseerd tussen deze leden. Deze leden moeten vooraf een gemiddelde snelheid opgeven die zij denken te rijden over een parcours van onbekende lengte.
Het lid wiens werkelijk gemiddelde snelheid het dichtst zijn opgegeven gemiddelde snelheid benaderd is clubkampioen.
Artikel 19
Bij een gelijke uitslag na de regelmatigheids rit wordt het lid met de meeste dat jaar met de club verreden kilometers (zie artikel 28) clubkampioen. Is ook dat gelijk, dan beslist het lot.
Artikel 20
De clubkampioen is verplicht om het volgende seizoen in het door de vereniging ter beschikking gestelde kampioenstenue te rijden.
HOOFDSTUK7 KILOMETERKLASSEMENT
Artikel 21
Elk jaar houdt het bestuur de werkelijk door de leden aan clubcompetitieritten gereden kilometers bij en de daarbij toegekende opkomstpunten.
HOOFDSTUK 8 SLOTBEPALING
Artikel 24
In gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist het bestuur.
Aldus vastgesteld in de Algemene Leden Vergadering van 29 januari 2024.